Luister

Het knettert.
Het ratelt.
Het schreeuwt.
Het wauwelt.
Het roept.
Het rent.
Het doet.
Het borrelt.
Het waait.
Het dwaast.
Het raaskalt.
Heel de dag door.

Baasjes.
Bralkikkers.
Branieschoppers.
Roeptoeters.
Leeghoofden.
Kilharten.

Allemaal herrie.
Allemaal haast.
Allemaal bombarie.
Alles roept om aandacht.
Ononderbroken.
Continu.

Het went nooit.

Maar.
Het leidt af.
Het verdoezelt.
Het verduistert.

Want.
Alles waait immers weer over.
Als de nacht valt.
En de ogen sluiten.

Of als uiteindelijk.
De dood het laatste woord krijgt.
Lijkt te krijgen.

Daarom.


Ho.
Stil.
Stop eens.
Hou even halt.
Doe even niks.
Zit.

Luister.
Naar niets.
Laat alles komen.
Wat geen geluid maakt.

Hoor.
Je hart.
Klopt.
Vraagt.
Om aandacht.

Kijk.
Naar het licht.
Naar de kleuren.
Naar de leegte.
Naar de ruimte.
Naar de verte.
Naar boven je hoofd.
Naar je voeten.
Op de rulle aarde.

En het iele daartussen.
Jij als mens.
Fragiel.
Maar wel met een ziel.

Een hart.
Open.
Een leven.
Waarde.
Vol.

Luister.
Naar de liefde.
Het is teer.
Het is ijl.
Het is vluchtig.
Het vliegt.
En wappert.
Heen en weer.
Tussen mensen.
Als jij.

En naar boven.
Van boven.
De oorsprong.
De bron.

Je kunt het niet vangen.
Niet verklaren.
Niet ontwarren.
Maar wel ontwaren
En ervaren.
In de verte.
Vermoeden.
Diep van binnen.

Iets.
Van een groter geheel.
Buiten jou.
Groter dan alles.
Hoger dan hoog.
Dieper dan diep.

Proef eens wat vaker.
Oneindigheid
Eeuwigheid.
Het omniversum.
De verte.
De ruimte.
Alles.
Overal.
Ooit.

Je bent maar een stofje.
Maar toch.
Een stofje met waarde.
Deel van een groter geheel.
Iets in alles.
Verbonden.
Gewild.

Leer eens.
Wat vaker.
Los te laten.
Wat je bindt.
Wat je druk maakt.
Wat je druk geeft.
Wat je blind maakt.
Wat je omfloerst.
Wat je afleidt.
Wat je vult.
Wat je leeg houdt.

Luister.
En herken.
De ogen.
Van de ander.
De diepte van een hart.
Zie de tranen.
Die niet vloeien.
Laat het komen.
Laat het binnen.
En herken.
Hou een hand vast.

Luister naar de stilte.
Tussen de woorden.
Zoek de zin.
Zie de puntjes.

Onderga het leven.
Zonder franje.
Leer om te hunkeren.
Ontloop niet de pijn.
Merk op het einde.
Loop niet weg.
Maar loop mee.

Koester de lijntjes.
Levenslijntjes.
Hoed de draadjes.
Vang de zuchten.
Zuiver de lucht.

Loop niet weg.
Maar ga mee.
Dwaal.
Struikel wat vaker.
Durf te vallen.

Leer anders kijken.
Wees betrokken.
Want alles is betrekkelijk.
Alles is relatie.
Alles is relatief.
Alles is waardeloos.
In zichzelf.
Alles heeft waarde.
In de ander.

Zoek de diepte.
Proef de warmte.
Leef het leven.
Los van franje.

Klim eens een berg op.
Verdwaal eens bewust.
Verlaat het platgetreden paadje.
Dwaal door nacht en ontij.
Tel de sterren.
Voel je vrij.

Luister wat vaker.
Naar wat niet gezegd wordt.
Wat niet valt uit te leggen.
Wat waarde heeft.
In zichzelf.
Zonder woorden.
Maar met een ziel.
Met een doel.

Dans.
De dans.
Van het licht.
Roep.
In de leegte.
Rijk gevuld.

Geef.
Je over.
Aan de verte.
Aan de hemel.
Onbekend.

Alles.
Is één.

Luister.
En huiver.
Luister.
Hoor.
En wordt arm.
Maar warm.

Het kan.
Als je wilt.
Het wordt gegeven.
Als je open staat.
Als je los.
Leert.
Laten.

Bid.
Zonder woorden.
Hou je handen open.
En zeg.
Gewoon.
Rustig.
Amen.

Tegen.
Het leven.
Tegen het licht.
Tegen de liefde.
Tegen de diepte.
Tegen de lach.