Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

maandag 30 januari 2017

Morgen is meer dan vandaag

Als ik mijn ogen open.
Zie ik het schone, het mooie, het kleurrijke, het weidse, het subtiele.
De wereld is vol van wonderen.
Het licht aan de lucht voedt het licht diep van binnen.
Maar ik ga er ook zo maar aan voorbij.

Als ik slow-motion met mijn voeten door de modder worstel.
Ervaar ik de kracht van de zon, de geur van de bloemen, de roep van de vogels.
Onderga de vluchtigheid van de wolken.
Maar als ik te veel haast heb, ontgaat juist alles mij.

Als ik een boek open.
Roepen woorden lessen in mij wakker.
Leer ik in de spiegel van mijn ziel kijken.
Laait het vuur op.
Wordt ik dronken van vergezichten.
Als ik het boek echter weer sluit, drapeert de tijd maar al te vaak haar sluier van vergetelheid.

Als ik een idee ontvang.
Van binnen, van buiten, ver van omhoog.
Zo maar uit het niets, vervuld van alles.
Zoek ik er vormen, woorden, verzen voor.
Gaan ze er te vaak weer vandoor.
Verdwaald in zijwegen.
Verdooft, versuft, zoek ik vergeefs, naar wat mij dreef, naar wat ik wilde zeggen.

Als ik een kind zie.
Open en spontaan, verdiept in eenvoud, dartel, ontwapenend, ongedwongen, begaan.
Dan droom ik soms van later, ver voorbij de horizon van speelsheid.
Nieuwsgierig wat en hoe de wording vormen zal en de vorming worden zal.
Maar zoek ik naar de dromers onder de volgroeiden.
Dan zie ik veel te vaak het bouwen aan structuur, het streven, draven en maar gaan.
Voorbij de dag, het nu, het idee dat nieuwe wegen zoekt, daar komt men zo vaak niet aan toe.


En de liefde.
De liefde is zo zacht.
Zo intens, zo bijzonder, zo verwarrend, zo hemels, zo veelkleurig.
Zo diepzinnig en onnavolgbaar als het licht.
Maar zelfs de liefde kan weer vervuld zijn van weemoed en pijn.

***

Het leven is zo kostbaar, wondermooi en tintelfris.
Intens en weids, veelkleurig en luchtig als bloesem.
Het flonkert en danst in het rond, vol van dromen en verlangen.
Het bruist en meandert, het fluistert en zingt.
Het klinkt als een klok.
Het ruist als het loof.
Als een loflied op het leven.

Maar het leven is ook breekbaar, iel, fragiel, kwetsbaar als glas.
Gebrokenheid ligt in de kiem besloten.
Wonderen zijn een geschenk, maar niet te plannen of te bouwen.
En alles gaat voorbij.
Traag vreet de tijd alle schoonheid weer weg.
Het leven is vreemd en tegendraads.
Het leven is een diep contrast.

En mijn ogen, tere vensters van het licht, zijn zo vatbaar voor de wind, voor de nacht.
Te vaak ben ik zo blind voor alles wat van waarde zich om mij heen bevindt.
En woorden die ik koester, kunnen een ander juist kwetsen.
Mijn vuur laat mensen koud, hun enthousiasme doet mij de vingers branden.
Er zijn vele wegen, die tot verdwalen leiden.
De wereld is een kakafonie van meningen.

Mijn handen schieten te kort, reiken niet ver genoeg
Woorden raken niet, ketsen af, sterven weg in de stilte van de nacht.
En het kind verstopt zich.
En de liefde verdooft.
En de tranen worden gezaaid.
De weg ligt bezaaid met de scherven van het leven.
De dood ligt op de loer, het graf wenkt, luguber in zwijgend wachten.

***

Maar ondertussen vang ik vluchtige vlinders.
Verzamel beelden vol kleur.
Schilder bloesems.
Koester herinneringen.
Vind nieuwe wegen.
Dans door de regen.
Reik naar de regenboog.
Neurie van hoop in het holst van de nacht.
En ik hoor in hartje winter de lente al weer bloeien.
Rivieren ontspringen aan mijn geest.

Want, ja, alles is kwetsbaar wat kostbaar is.
Maar niet alles gaat voorbij.
Het leven is niet zonder zin.
Er is in mij een zaadje gelegd.
De liefde heeft een nestje gebouwd.
Er is hardnekkige hoop geboren.
En het laat zich niet kennen, niet vangen, niet remmen, niet temmen.

Geloof is de liefde van voorbij de tijd.
Er is ooit een wonder geworden.
Van nooit meer voorbijgaande aard.
Het heeft aan mijn hart geklopt.
Gefluisterd.
Gezongen.
Toen ben ik gebroken.
Open gebloeid.
Toen heb ik geluisterd.
Gefluisterd.
Van toen af aan.
Zing ik de vonken van mijn leven.
Dans ik de sterren van de nacht.
Verzamel ik brokstukjes wonderen.
Puzzel me suf.
Hecht ik mij aan het licht van de dag.
Bouw ik aan dromen, schilder ik kleuren, vis ik naar woorden.
Maar jaag ik verbaasd en gedreven, naar een ver, vreemd land achter de horizon.
Want morgen is meer dan vandaag.
Een eeuwige deining.
Een hemel vol licht.
Een geest vol vuur.

*** Bijdrage aan de #BlogHop van december 2016 / januari 2017 van @ChrWebloggers,
over het thema 'Breekbaar', bedacht door Elya de Leeuw  ***

2 opmerkingen:

  1. Wauw Anton... Je verzameld de brokstukjes wonderen, je deelt ze met de wereld, en je verwonderd mijn geest er telkens weer door. Breekbaar, kwetsbaar, maar in zwakheid sterk door de Schepper van al die stukjes.

    BeantwoordenVerwijderen