Gebrokenheid is de triestheid van het nieuws.
Gebrokenheid is de rustplaats van de dood.
Gebrokenheid is grijs en grauw.
Gebrokenheid is flets en nat.
Gebrokenheid is wind en herfst.
Gebrokenheid is kaal en winter.
Gebrokenheid is kil en saai.
Gebrokenheid is een kleurloze wolkenlaag boven je hoofd.
Maar.
Als de leegheid van het graf een voedingsbodem blijkt.
Als het licht van de lente gaat schijnen.
Als het leven zichzelf uitbroedt in gedachten.
Als het gedicht van de dag zich aan woorden gaat hechten.
Als de liefde zich uitspreidt over de aarde.
Dan is de hemel zo blauw.
En zijn de wolken zo wit.
En de donkere aarde spruit uit in velerlei groen.
De lente krioelt uiteen in een kleurenpalet van verscheidenheid.
Het bruist van nieuw leven en het golft van beweging.
De wind waait een lied van verfrissende bladritselingen.
En het water weerspiegelt in rimpelingen de hoop van boven.
Dan wemelt het van ongedachte wonderen.
In het decor van een weidse oceaan van lucht en teerheid.
De hand van de meester openbaart de eerder verborgen gebleven rijkdom aan kunstenaarschap.
Het leven glimlacht.
De hitte zindert als de zomer.
De dagen zijn lang en uitgerekt.
En de verte lijkt steeds verder.
Maar.
Het wonder is niet de onophoudelijke stroom van wonderen.
Zij zijn uiteindelijk allemaal vluchtig als de lucht.
Het wonder is de bron en de oorsprong.
Het wonder is de kraamkamer van de gebrokenheid.
Het wonder is het licht in de traan die niemand ziet.
Het wonder is de liefde in het gebroken hart gelegd, als een kiem die op een teken wacht.
Het wonder is dat de hemel en de aarde elkaar kunnen raken.
Het wonder is dat geest zich aan materie hecht.
Het wonder is het spannende samenspel van het licht en het leven.
De regenboog van gebrokenheid, die sprankelt in het licht tegen een gitzwarte wolkenhemel.
Het wonder dat verborgen ligt achter vele vragen en tal van raadsels.
Dat wonder.
Dat zich niet laat vangen.
Dat speelt zich ook af elke dag.
Als het zich zien laat.
Als we het zien willen.
In de wisseling van dag en nacht.
Op de grens van licht en duister.
Als een ode aan de bron.
Als een boodschap aan de hemel.
Als een heraut in stilte, aan het firmament van oneindigheid.
Als een herinnering aan wat komt.
De belofte en de beloofde.
Het licht dat zich traag en timide ontworstelt aan het duister van de nacht.
En uitbreekt in een weids spectrum van sprankelende kleuren.
Verrassend veelzijdig, elke dag anders, als een wandelend schilderij.
Als een fluistering om aandacht.
Als een verstilde roep vanuit verre oorden.
Als een belofte van veel meer en mooier dan ooit is bedacht.
Veelkleurig in verscheidenheid.
Het is geen toezegging van geen regen en wind voor vandaag.
Geen struikelingen gedurende de dag.
Geen einde aan het licht, want ook deze dag zal weer naken.
Maar wel een hint van aanwezigheid.
Een verborgen teken aan de wand.
Houvast vanuit de hoogte, reikend naar laag-bij-de-grond.
Maar zonder dat je het kunt grijpen of claimen.
En zo, zoals het kwam, zo langzaam en crescendo.
Zo zal het einde van het levensritme van vandaag.
Weer wegebben in kleurenpracht.
Als een dans van het licht.
Als een spel met de wolken.
Als een teken dat we van ophouden mogen weten.
En ons mogen overgeven aan de rust van de nacht.
Ons toevertrouwend aan wat hoger en beter is.
Dan we ooit zouden kunnen bedenken.
Het ritme van het leven is een cadans tussen licht en duister.
Een constante beweging van afstoting en aantrekking van uitersten.
Nu weer een dans, dan weer een worsteling.
Een kronkelend pad door dalen en over toppen.
Elke dag anders, elke dag nieuw.
Er is geen zekerheid in ons of wat we doen of denken.
Er is geen maakbaarheid die geen grenzen kent.
Elke dag is een geschenk van veelzijdigheid.
Met een verborgen bedoeling.
Meer vragen dan antwoorden.
En ook wij zijn deel van het universum van veelkleurigheid.
Vol van verlangen.
Altijd op zoek.
Met een gat in ons hart.
Levend te midden van de gebrokenheid.
Verward in belangen.
Verstrikt in obsessies.
Verduisterd.
Verdwaald.
Maar ook altijd weer gericht op het licht.
Reikend naar verder, tastend naar meer.
Durven we het ondergaan?
Durven we alles los te laten?
Durven we ons te laten leiden door het ongrijpbare licht?
Het licht dat van boven ons wordt toebedeeld.
Als rantsoen voor een dag.
Durven we ons over te geven?
Aan het ritme van vandaag?
Onbekend, maar veelzijdig.
Onbekend, maar altijd verrassend.
Kijk maar.
Kijk maar omhoog.
Kijk maar omhoog naar het licht.
Het is te scherp voor je ogen als je alles kunt zien in het licht van de dag.
Maar aan de rafelranden van de nacht.
Soms, als je heel goed durft luisteren.
Als je leert wachten.
Als je het los durft laten.
Dan kun je het zien.
Als een glimp.
Als een voorbode.
Als een verrassende belofte.
Als het licht, dat zich sprankelend laat doven.
In veelkleurigheid.
Als een oase, als een fontein, als een gedachte.
Het gaat.
Ja, het dooft langzaam uit.
Telkens weer.
Maar niet voor lang.
Nooit voor altijd.
Het wacht.
Het rijpt.
In de nacht.
Voor even.
Tot het tijd is ...
Want er is altijd hoop.
Ook in de gebrokenheid.
En jij?
Durf je ook te wachten?
Te verwachten?
Te bidden?
Te knielen?
Te buigen?
In al je uniek zijn?
In al je veelkleurigheid?
In je zijn-zoals-bedoeld?
*** Dit is een bijdrage aan de #Bloghop van februari 2016
georganiseerd door @ChrWebloggers, met als thema 'Kleurig' ***
Wachten en verwachten, zo ver van elkaar verwijderd, zo nauw met elkaar verbonden. Mooi Anton.
BeantwoordenVerwijderenSoms vertolken de woorden op deze blog haarfijn mijn gedachten. Ik spreek de gedachten vaak uit en een ander vertrouwt ze toe aan het (digitale papier). Eenvoudigweg mooi, beste Anton!
BeantwoordenVerwijderenDank je Anton!
BeantwoordenVerwijderenIk probeer omhoog te kijken naar het licht....maar ik zie ook nog wel eens donkerheid..
Groetjes,
Marian